Graaf de Olla tot aan de nek in de grond
Plaats de planten om de Olla heen (zie opmerking 1).
Vul de Olla met water en dek deze af met een deksel, steen of grote knikker om verdamping te voorkomen en insecten en zand uit de Olla te weren.
Geef de planten nog ongeveer 1-1,5 week extra water, daarna kan enkel via de Olla water gegeven worden.
Opmerkingen:
1. De planten rondom de Olla dienen tot maximaal 1 maal de diameter rond de Olla geplaatst te worden (zie tekening hieronder). Dit is de water reikwijdte van de Olla. Planten met lange wortels, zoals tomaten, kunnen het verste van het middelpunt geplaatst worden. Planten met kortere wortels dienen dichter bij Olla geplant te worden.
1. De planten rondom de Olla dienen tot maximaal 1 maal de diameter rond de Olla geplaatst te worden (zie tekening hieronder). Dit is de water reikwijdte van de Olla. Planten met lange wortels, zoals tomaten, kunnen het verste van het middelpunt geplaatst worden. Planten met kortere wortels dienen dichter bij Olla geplant te worden.

2. Een Olla kan beter niet bij houtachtige planten of bomen
geplaatst worden, deze hebben grote en sterke wortels en kunnen de Olla breken,
3. Hoe vaak men een Olla moet bijvullen is afhankelijk van een aantal factoren, zoals fase van groei en waterbehoefte van de plant, bodemtype, temperatuur en bodemvochtigheid. Een richtlijn is 1-2 maal per week bijvullen.
Waar men wel op moet letten is dat de Olla niet te lang droog staat. Hierdoor kunnen de poriën dichtslibben en dus minder water doorlaten. Zorg dus dat de Olla altijd voor ongeveer de helft gevuld is.
4. Om onnodige verdamping te voorkomen dient de olla afgedekt te worden met een deksel.
Om verdere verdamping te voorkomen kan men rondom de planten en nek van de Olla de bodem bedekken met mulch (http://nl.m.wikipedia.org/wiki/Bodembedekking). Dit kan tot 1-2 cm onder de rand van de Olla.
5. Bij vorst kunnen Ollas stuk vriezen. Zorg dus dat de Ollas voor deze periode uit de grond/potten zijn.
3. Hoe vaak men een Olla moet bijvullen is afhankelijk van een aantal factoren, zoals fase van groei en waterbehoefte van de plant, bodemtype, temperatuur en bodemvochtigheid. Een richtlijn is 1-2 maal per week bijvullen.
Waar men wel op moet letten is dat de Olla niet te lang droog staat. Hierdoor kunnen de poriën dichtslibben en dus minder water doorlaten. Zorg dus dat de Olla altijd voor ongeveer de helft gevuld is.
4. Om onnodige verdamping te voorkomen dient de olla afgedekt te worden met een deksel.
Om verdere verdamping te voorkomen kan men rondom de planten en nek van de Olla de bodem bedekken met mulch (http://nl.m.wikipedia.org/wiki/Bodembedekking). Dit kan tot 1-2 cm onder de rand van de Olla.
5. Bij vorst kunnen Ollas stuk vriezen. Zorg dus dat de Ollas voor deze periode uit de grond/potten zijn.